Volleybal Club Mehoni Zuienkerke gehuldigd tijdens academische zitting.
Tijdens een academische zitting in de raadszaal van het gemeentehuis (november 2003) werd door het gemeentebestuur hulde gebracht aan de Volleybal vereniging Mehoni, welke 20 jaar bestaat. In zijn inleidingsspeech dankte Schepen van sport Alain De Vlieghe de voorzitter Joël Boussemaere en de bestuursleden van Mehoni voor hun onovertroffen inzet en resultaten. In naam van de gemeente bood burgemeester Henri Cuypers geschenken aan, aan Dhr. en Mevr. Boussemaere. Ook de voorzitter van de West-Vlaamse Volleybalbond, Dhr. Godfried Deloddere bracht hulde aan Mehoni en overhandigde een herdenkingsschaal namens de volleybal bond.
Een overzicht door voorzitter Dhr. Boussemaere.
Toespraak van de voorzitter, naar aanleiding van het 20 jarig bestaan van Mehoni. De opkomst is niet zo groot maar u moet weten dat voor het ogenblik nog heel wat ploegen aan het volleybal spelen zijn en dat heel wat bestuursleden die ploegen nu begeleiden. Op onze kalender was enkel deze datum de beste datum om ons feest te organiseren. Vanavond hopen we op een volle zaal.
Eindelijk is het zover. Mehoni Zuienkerke bestaat twintig jaar en we zijn ondertussen reeds drie maanden ver in ons éénentwintigste seizoen. Twee jaar terug hadden we twee extra vergaderingen om te beslissen of we met onze club nog wilden doorgaan. We hadden nog een kleine vijftig leden. De provinciale herenploeg speelde te Bredene en de inzet van velen spelende leden was Qink gedaald. Nochtans was er nog een uitgebreid bestuur. Toen hebben de senioren dames gezocht naar nieuwe aanwinsten waardoor het bestuur beslistte om verder te gaan. Op vandaag benaderen we opnieuw de honderd leden en hebben we drie ploegen in provinciale reeksen. Onze mini’s en miniemen samen tellen meer dan veertig aangeslotenen. Deze groep vormt de basis en de toekomst van onze club.
Meneer de Burgemeester, heren schepen, leden van de gemeenteraad. Meneer de Voorzitter van het West-Vlaams Volleybalverbond. Beste volleybalvrienden.
Maar hoe is alles zo gegroeid ?
In Zuienkerke kwam er een zekere Eric Van Renterghem wonen, binnenhuisarchitect en een verwoede volleybalspeler, een product van trainer Willy Dewulf. Eric liet in zijn voortuin een mooi naambordje plaatsen. Nu kende iedereen Eric. Op de diensten van het ministerie van onderwijs waar men verantwoordelijk was voor het financieren van gebouwen had men geld over. Op een verwaaide keer toen het schoolhoofd in de tuin aan het werken was, kwam er iemand van het ministerie en die vroeg langs zijn neus weg of Zuienkerke geen nieuwe gemeenteschool wilde bouwen. Het schoolhoofd waste zijn handen en trok met die persoon naar het gemeentehuis. De toenmalige burgemeester en de schepen van onderwijs vonden het plan goed en reeds enkele jaren later werden de bouwwerken aangevat.
Eric zag dit maar vond de turnzaal te klein. Hij – als binnenhuisarchitect – trok naar het schepencollege en vroeg of men de zaal niet groter kon maken en optrekken tot een hoogte van acht meter.
De subsidies werden bekomen en de zaal was er. Eric – slim als hij was – stelde nu voor om de vrijgekomen ruimte op zolder om te bouwen tot een cafétaria, dat tevens kon dienst doen als refter tijdens de schooluren. Hij mocht het ontwerp tekenen en laten uitvoeren.
De zaal was er en nu nog de ploeg. Samen met Pol Anseeuw nodigden zij de toenmalige jeugd uit om volleybal te komen spelen. Eric nam de eerste ploegen onder handen en Pol gaf balgewenning en volleybalinitiatie voor de allerkleinsten.
De naam werd MEHONI. Voor wie het nu nog niet zou weten : de twee eerste beginletters van Meetkerke, Houtave, Nieuwmunster. In de eerste wedstrijden dropen onze spelers van het veld af als geslagen honden. Want winnen zat er echt nog niet in maar dat zou veranderen.
Het eerste jaar ging voorbij en in de lente reed ik op een woensdagnamiddag naar huis en langs de Nieuwe Steenweg stond Eric – ik kende hem toen vaag – te wenken en ik stopte. Hij zette zich in mijn wagen en vroeg of ik geen zin had om volleybaltrainingen te geven want hij had gehoord dat ik ook nog volleybal had gespeeld te Poperinge en dat bij Povo en later bij Roepovo.
Mijn antwoord was ja en ook Marc Dewulf, speler van Blankenberge en broer van werd trainer in de club. Ondertussen had de club als voorzitter Nadine Van Renterghem (maar die wist het eerst niet) en Els Devos samen met Eric werd de eerste secretaris.
De jeugd van Zuienkerke was gestart met volleybal spelen. We telden al vlug meer dan honderd spelende leden. De trainingen rendeerden want het tweede jaar reeds van ons bestaan wonnen onze miniemen heren de beker van West-Vlaanderen. Jaar na jaar wonnen wij praktisch alle mini-volleybaltornooien die georganiseerd werden. Ook werden we verscheidene jaren na mekaar kamioen van Vlaanderen in de mini-volleybal. Onze spelers/speelsters waren heel technisch onderlegd omdat we in onze kleine zaal perfect moesten spelen want ballen recuperen kon moeilijk.
Enkele jaren later wonnen onze miniemen heren de beker van België en het kampioenschap. Meerdere jeugdploegen werden reekskampioen of vice-kampioen van West-Vlaanderen. Die eerste tien jaren hadden wij – trainers - dikwijls vier wedstrijden per weekend die wij coachten. Pas sedert de laatste jaren krijgen de trainers een kleine vergoeding.
We waren inderdaad in het weekend niet veel thuis. Onze club had een goede jeugdwerking want met onze jeugd namen wij aan alle mogelijke tornooien deel. Iedere verlofperiode was er volleybal, mini-volleybaltornooien, kersttornooien en indien er niets was dan richtten wij interclubs in. Wedstrijden twee tegen twee, kadetten, scholieren, mini’s. Ook met Zedelgem werden interclubs georganiseerd en dat voor de scholieren.
We werden eindelijk een volwaardige club toen we een senioren dames- en herenploeg konden oprichten. Toen de ouders langs de zijlijnen er ook zin in kregen werd er een VLM-ploeg opgericht en die bestaat ook reeds bijna vijftien jaar. 140 leden was het maximum dat we ooit haalden en dat op een jeugd van 300 jongeren in de leeftijd van 10 tot 18 jaar te Zuienkerke. Vandaar dat een journalist ooit schreef dat gans Zuienkerke volleybal speelde.
Na Nadine werd Lieven Bertrem voorzitter, gekend om zijn humoristische speeches, ikzelf volgde in 1991 Lieven op als voorzitter. Erik verliet als secretaris onze club in 2000 en Lode Bossier werd de nieuwe. Sedert vorig seizoen is Heidi Willem de nieuw secretaris.
Vanaf het eerste jaar gaven we een krantje uit, die verscheen om de veertien dagen. Telken het krantje in de Zuienkerkse bussen viel was het een vechten om het eerst te mogen lezen. Want het bevatte naast de wedstrijdverslagen heel wat pittige teksten, anekdotes, verhalen geschreven op een humoristische wijze door Eric. Ik heb ze – naar aanleiding van het boek dat ik aan het schrïjven ben over 20 jaar volleyballeven te Zuienkerke – opnieuw allemaal gelezen, sommige edities zïjn pareltjes. Wie ze nog heeft, herlees ze eens, je zal er veel plezier aan beleven.
Nu wordt het krantje maandelijks uitgegeven en verzorgd door een ploeg rond Leen Suvée. Maar een club kost geld. Hoe kregen we dit bij elkaar want de volleybalbond vraagt ook steeds veel geld. De vindingrijkheid van sommige bestuursleden grensde aan het ongelooflijke.
De klassiekers waren uiteraard : pannenkoeken verkopen ; truffels aan de man en vrouw brengen ; kalenders verkopen ; vis- en worstenkaartingen organiseren. In de beginjaren verkochten we 1000 kaarten in voorverkoop. De 300 kaarters zaten, in de cafétaria, in de overdekte speelplaats en in de klassen van de school. Wat deden we nog ? Met een aantal verenigingen werkten we mee om de langste taart van de wereld te bakken en dat in de Vagevuurhoeve. We slaagden erin en verschenen zo in het recordboek. Met de verkoop van de taarten werd onze kas goed gespijsd. Een firma uitnodigen om matrassen, lakens, enz... te verkopen. Maar de belangrijkste bron werd wel onze stand op de Coupurefeesten te Brugge.
De eerste jaren heel amateuristisch met tafels van het feestcomité een een overdekte bartent uit de jaren stilletjes. Maar wie nu komt ziet een prachtig terras met verzorgde bartenten. Ons assortiment groeide ook. Nu verkopen we allerlei dranken, witte wijn, braadworsten en sedert enkele jaren bieden we ook maaltijden aan. Twee dagen van hard zwoegen in begin augustus maar de moeite waard. Op al die jaren hadden we slechts vorig jaar gietende regen. Sedert twee jaar verkopen we ook braadworsten op het Pintjesbal.
Dit jaar hebben we het ook aangedurfd om de lunchpakketten klaar te maken voor de medewerkers van de Ronde van Vlaanderen. 700 pakketten werden klaargemaakt. We starten om middernacht want aUes moest binnen zijn tegen zes uur in de ochtend. Je ziet dat het bestuur en de spelers niet enkel denken aan volleybalspelen maar ook bereid zijn om allerlei activiteiten in te richten want geld, veel geld is er nodig.
Gelukkig krïjgen we van het gemeentebestuur de zaal gratis want anders zou dat een meerkost van ongeveer 3750 euro per jaar zijn (150 000 oude Belgische Ranken). We kunnen daarvoor de burgemeester en het schepencollege niet genoeg dankbaar zijn. En het gemeentebestuur zou nog een paar keer moeten tussenkomen om onze club te redden.
We schrijven halfweg de jaren negentig. Eén leukerd - we zullen zijn naam maar niet noemen maar toen maakte hij deel uit van het West-Vlaamsvolleybalbestuur - vond dat onze zaal te klein was en dus niet meer mocht gebruikt worden. Hij diende klacht in. Men kwam de zaal opmeten en we voldeden toen niet aan de geldende regels. Gedaan met volleybal te Zuienkerke ! Maar toen begon de polderse koppigheid bij ons te spelen. Eric schreef alle clubs aan om steun. We zouden proberen om het reglement te veranderen.
Namelijk het zat zo : internationaal moest er rondom het veld 1m zijn. In West-Vlaanderen gold de regel van 1,5 m. Wij zouden dit reglement veranderen. Heel wat clubs waren ons gunstig gezind, enkel de clubs uit het zuiden wilden niet zo mee. Het gemeentebestuur onder impuls van secretaris Freddy Decancq (Hij was één van onze eerste bestuursleden) schreef ook naar het verbond een brief. Op de dag zelf deed de voorzitter van onze club – dus ik - nog een emotionele oproep in de vergadering. En de algemene voorzitter, de heer Deloddere die hier aanwezig is liet stemmen. We moesten 2/3 van de leden overtuigen. De voorzitter vroeg : "Wie is voor? " Een heel pak handen gingen de hoogte in en toen zegde de voorzitter : " Dat is ruim 2/3 en liet niet tellen." De buit was binnen en oef Mehoni kon verder volleybal spelen.
Maar... u kunt het nooit raden. Nog geen twee jaar later moesten we voor de beker met onze damesploeg spelen tegen de ploeg van die persoon waarvan ik de naam niet wou noemen. Zij kwamen spelen maar hij tekende onmiddellijk verzet aan tegen onze zaal. Wij wonnen de wedstrijd maar kregen het deksel op de neus. Opnieuw kwamen enkele heren onze zaal meten. De zaal werd afgekeurd en daar stonden we.
Wat nu ? Toen schreef secretaris Freddy Decancq namens het schepencollege opnieuw een brief met het voorstel om tijdens de wedstrijden de klimrekken weg te nemen en de basketbalringen naar boven te brengen. Het hielp en het volleybalbestuur van West-Vlaanderen keurde onze zaal goed tot en met tweede provinciale en laten we nu hopen dat we op beide oren kunnen slapen en dit probleem voor eeuwig van de baan is.
Natuurlïjk indien we zouden promoveren naar 1™ provinciale, wat dan ... de zijmuren afbreken ? Of tegen dan kan Zuienkerke wellicht een grotere sportzaal hebben ? Want we moeten grif toegeven dat we door onze " kleine " zaal ook steeds beperkt zijn geweest om hoger door te stoten. Want op bepaalde ogenblikken hadden we bij onze jeugd het nodige potentieel aanwezig. Denken we maar aan Frederick Lievens die enkele jaren terug meespeelde in de eerste ploeg van Knack Roeselare, Frederick Fransoo die nu speelt bij Maldegem. Indien dat zou gelukt zijn, denk ik wel dat we heel wat spelers en speelsters zou kunnen in onze club gehouden hebben. Heel wat van onze jeugdspelers, meisjes en jongens hebben deel uitgemaakt van de West-Vlaamse selectie en konden daar aardig hun ding doen.
We denken wel dat onze club voor de West-Vlaamse volleybal van betekenis is geweest.
Onze club heeft nog steeds heel wat trainers van de beginjaren : denken we maar aan Geert, Stefaan, Willy, mezelf aangevuld met trainers uit onze eerste jeugd : Jan, de twee Fredericks, Jiirgen, Dimitry.
We mogen stellen dat we in al die jaren ons aan ons doel gehouden hebben : namelijk een gezellige club uitbouwen waar iedereen welkom is, zowel de spelers met mindere als meerdere talenten. We stonden steeds klaar om kinderen die het wat moeilijker hadden op sportvlak toch een kans te geven om zich gedurende een aantal jaren lichamelijk op sportiefvlak te ontwikkelen.
De jeugd blijft bij ons primeren en daaraan willen we verder werken. Een sportclub in een dorp is niet hetzelfde als een sportclub in een stad. De sociale controle is er veel groter vandaar moet elke trainer een goede psycholoog zijn en steeds kunnen luisteren naar de spelers. We hopen in de toekomst dezelfde doelen voor ogen te houden.
Ja, wat met de toekomst? Opnieuw 20 jaar ? Nieuwe personen die zich voor 100 % willen inzetten ? Want vandaag is het moeilijker geworden om mensen te vinden die zich volledig willen inzetten voor een doel, een opgave. Want competitie betekent elke week zich inzetten om de jeugd te begeleiden, om zelf de discipline op te leggen om bij elke wedstrijd aanwezig te zijn. Om mee te werken aan activiteiten door de club ingericht.
20 jaar volleybal leven te Zuienkerke
Toen vorig jaar de voorbereidingen startten om twintig jaar volleyballeven te Zuienkerke te vieren, rijpte bij mij de gedachte om een boek te schrijven over die periode.
Het zou spijtig geweest zijn moest dit allemaal verloren zijn gegaan want onze jeugdploegen hebben gedurende die periode aan de top van het Vlaams volleybal gespeeld niettegenstaande we maar uit een kleine poldergemeente komen.
Eerst hadden we aan een mooie kaft gedacht maar door de vele bladzijden en foto’s zijn we verplicht geweest om onze ambities wat in te korten want anders zou de kostprijs veel te hoog geworden zijn.
Erik Van Renterghem en zijn medewerkers hadden een schat aan gegevens genoteerd in ons Mehonikrantje dat om de veertien dagen verscheen. Ikzelf had alle krantenartikels, foto’s bewaard en Norbert Verlinde had alle documenten, foto’s bijgehouden over onze VLM-ploegen.
We konden aan de slag. Oorspronkelijk hadden we gedacht om een 150 bladzijden bijeen te schrijven maar het zijn er 250 geworden wat de kostprijs per deel iets meer in de hoogte heeft geduwd.
De geschiedenis loopt vanaf het voorjaar 1983 tot 31 december 2003.
Het boek is verlucht met heel wat teksten uit de Mehonikrantjes en uiteraard heel wat foto’s van de voorbije twintig jaar waarop ieder kan ontdekken dat ons haarkleur van zwart naar grijs geworden is en onze buiken een iets grotere omvang hebben gekregen.
Het boek bestaat uit vier grote delen.
Vooreerst wil ik schepen Alain De Vlieghe bedanken voor zijn voorwoord waarin hij ook naar de toekomst kijkt en in feite een oproep lanceert naar nieuwe bestuursleden, trainers, medewerkers.
Ook wensen we hem te bedanken voor de mogelijkheid om hier het boek te kunnen voorstellen en ook voor het drankje.
DEEL I heeft de geschiedenis weer waarin de belangrijkste feiten genoteerd staan. Met de rode draad van het probleem met de grootte van onze zaal. De geschiedenis is zo opgevat dat ze per seizoen beschreven werd. 24 blz.
DEEL II is onze kroniek geworden. Per seizoen zijn alle wedstrijden vermeld, de uitslagen en commentaar, heel wat foto’s, verslagen van wedstrijden, wedervaardigheden en de titels die behaald werden. Het is het grootste deel geworden, namelijk een 165 bladzijden.
DEEL III behandelt de geschiedenis van onze VLM-ploegen verteld door Norbert Verlinde. Dat deel behelst een veertig blz.
DEEL IV geeft dan de ledenlijst vanaf het begin tot eind 2003. Daarin vinden we de periode terug, welke functie ze hadden en of ze deel uitmaakten van een selectie.
Dit was het moeilijkste deel omdat het niet zo eenvoudig was om alle spelers, speelsters in de juiste periode te plaatsen. Het zijn er in totaal 503 en nu maar hopen dat we niemand vergeten zijn.
Bron: Joel Boussemaere, voorzitter Mehoni.
Het wordt zoals in vele clubs een zoeken naar de juiste personen want niemand gaat eeuwig mee. We hopen dat er ooit de mogelijkheid wordt geschapen dat we een nieuwe zaal krijgen waar we onze jeugdinspanningen zien beloond worden met promoties naar hogere reeksen. Want dat blïjft toch steeds de aantrekkingskracht voor jonge spelers/speelsters. Kunnen opkijken naar mensen, naar ploegen die succes hebben.
Vraag het maar nu aan de trainers van tennisclubs, wat een succes zij nu hebben. Om te eindigen willen wij iedereen bedanken die van ver of van dichtbij ervoor gezorgd heeft dat onze club na twintig jaar nog bestaat.